Vrijdag Patatdag! Elke vrijdag lees je hier een verse briefwisseling tussen columnist Ebru Umar en schrijver Tjeerd Langstraat. Met vandaag: we waren beiden ooit topfit, nu zijn we dikke depressieve pargen. Hoe gaan we dat fixen?
Weet je nog Tjeerd,
Dat we gingen suppen op de Kralingse Plas? Jij had nog een woning in Rotterdam centrum, corona was toekomstmuziek, Caspar leefde nog en ik was superfit.
Zo fit dat de storm die de Kralingse Plas bereikte terwijl we er middenop stonden, mij geen angst aanjoeg. We dachten wel allebei: ‘hoe hebben ze ons de plas op kunnen laten gaan?!’. Jou leek het een beter idee om met de sups onder de arm terug te lopen (zonder slippers, op een grindpad!), ik zag dat niet zitten. Ik! Nee, besloot ik. Dit konden we. Jij kon het sowieso, en ik had voldoende vertrouwen in mijn eigen kracht dat we ongeschonden het strandje zouden halen waar de sups werden uitgegeven. Lang verhaal kort: het kostte tijd, kracht en doorzettingsvermogen, maar zonder in de plas te eindigen, kwamen we weer aan wal.
Das war einmal. Vijf jaar verder – als het er niet zes zijn – en de hele wereld ziet er anders uit, ook die van jou en mij.
De korte samenvatting is dat we nog leven. Wie iets beter kijkt, ziet grote verschillen.
Om het bij mezelf te houden: ik ben een schim van de Ebru die ik toen was. Van fitheid is geen sprake meer, ik ben destructief voor mezelf en heb het leven soort van losgelaten. Ik word geleefd, ik onderga het – althans voor mijn gevoel. De dood van Caspar heeft me geleerd, doen beseffen terwijl je dat allemaal wel weet, dat we toch dood gaan. Het leven heeft geen zin, geen nut – heb ik altijd al gezegd en geweten – maar je moet er vooral plezier uithalen. En dat laatste, daar heb ik inmiddels problemen mee. Ik werk te veel, zo veel dat ik mezelf laatst hoorde zeggen, tot twee keer toe zelfs, dat ik moet stoppen met werken. Maar ja, dat is geen oplossing want dan krijg ik het heel druk met niet-werken. Het punt is dat ik mezelf verwaarloos en mijn excuus is werk. En anderen. Ik doe graag dingen met en voor anderen, iets wat werk eigenlijk ook is.
De dingen die ik voor mezelf moet doen, verwaarloos ik. Met stip bovenaan: mezelf. Mijn gezondheid is slechter, mijn gewicht is een drama en mijn hoofd draait overuren. Vakantie is niet aan mij besteed maar zonder vakantie, zonder het vertrek uit de eigen omgeving, kom je gewoon niet tot rust. En dus boekte ik uit het niets tien dagen Ibiza. Voor velen geweldig, voor mij een moetje. Ik ben echt liever thuis. Maar thuis heb je geen zon, geen zee en vooral: geen rust. Thuis is er altijd iets of iemand die wel aandacht vraagt, nodig heeft en krijgt. Thuis is een verzameling van prikkels die ‘leven’ heet. Toen ik nog mijn buitenhuis in Turkije had, was dat een prima balans: prikkels in Nederland, rust, absolute rust in Turkije. Nou ja, ook das war einmal hé ;).
Hier in den vreemde zit ik bovenop een berg, jij zou het vast geweldig vinden. Ik probeer dat ook, maar mijn hoofd is bij het verleden: hoe het was, hoe ik was. En mijn hoofd worstelt hoe en óf ik het terugkrijg. De Rotterdammer in mij zegt: Tuurlijk! Gewoon DOEN UMAR!
Ik kijk naar foto’s van niet zo lang geleden en denk: ja, ik moet het DOEN. Ik kán dat! Ik weet alleen niet hoe. Hoe word ik in hemelsnaam weer superfit?
Tuurlijk weet ik dat nog!
Leuk was dat! En zes kilo lichter! Met terugwerkende kracht metaforisch voor hoe het leven daarna zou zijn: we kwamen van rustig vaarwater plots in slecht weer terecht, we moesten roeien met de riemen die we hadden, te weten één peddel, tegen de wind in ook nog en we konden nog maar net de kop boven water houden. Maar, we leven nog. En dat is niet zonder meer een zekerheid gebleken.
Grappig wel dat je hier nu over begint, want ik ben met precies hetzelfde bezig: weer superfit worden. Wist jij trouwens dat ik ooit voor Discovery Channel deel uitmaakte van een team extreme sporters en obstacle runners? In het verlengde daarvan kwalificeerde ik me in 2015 in Parijs voor de Wereldkampioenschappen Obstacle Running die later dat jaar in de Verenigde Staten plaats zouden vinden. Toen was ik fysiek fit, maar niet eens top. (wat ook blijkt uit mijn resultaat aldaar: DNF, did not finish) Maar toch, ik heb ooit op een WK gestaan. Ben ik toch een beetje trots op en het was een fantastisch avontuur.
Maar ook das war einmal, want het is geen geheim dat die dekselse coronajaren er ook bij mij in hebben gehakt. Jij zegt dat je op dit moment een schim bent van de Ebru die je ooit was. Mijn mooie rooie vertelde mij maanden geleden al dat ik mijn shine een beetje kwijt ben.
Wij zijn op dit moment de afbladderende matlak van een aftandse Lada, terwijl we de hoogglans van een… uhm, nou ja, ik ben niet zo’n autofan eigenlijk, dus noem maar een fancy merk, maar in ieder geval moeten we niet mat zijn, maar shinen!
En laat ik nu vorige week besloten hebben (voor de 283e keer) dat het klaar is. Het roer moet om. Daarom vind ik het zo wonderlijk dat je mij schrijft dat je precies hetzelfde hebt, zonder dat we hier vooraf met elkaar over gesproken hebben. Mijn lijf doet pijn, mijn spieren zijn nog maar een fractie van wat ze waren en ik heb een bmi van 26, dus ik zit in de rode zone!
Je vraagt me hoe weer superfit te worden. Dat lijf weer in shape te krijgen. De kop weer fris in de wind te gooien. Welnu, voor mij is dat vrij simpel. Ik wil geen mannentietjes en een dad bod mag dan hip zijn, al dat spek op zo’n buik hoeft van mij gewoon niet. Dus moet ik doelen stellen. Zonder doelen werkt zulks voor mij niet. Ik moet ergens naartoe kunnen leven, naar buiten moeten gaan in de wetenschap dat ik het voor iets doe. En aangezien ik ook nogal zelfdestructief kan zijn, is de simpelste reden, mijn gezondheid op zich, niet voldoende. Er moet iets extra’s zijn.
Dus, heb ik mij ingeschreven voor een topwedstrijd. Op 29 juni a.s. neem ik deel aan het (open) Nederlands Kampioenschap Skyracen. “Wat is skyracen?” hoor ik je denken. Dat is gewoon rennen, trailrunnen, maar dan in de sky, in de bergen dus. Het is dan ook een NK wat in Oostenrijk wordt gehouden, op 2,5 uur rijden van mijn bergdorp Mallnitz. Het is een parcours van ruim 25km. en 2.800 hoogtemeters. Ik kan je vertellen, de uitdaging zit ‘m niet in die kilometers, wel in die hoogtemeters. Dat is zwáár.
Maar goed, dat zijn de uitdagingen die ik nodig heb. En, op dit NK kan ik me kwalificeren voor het WK, wat in september in Spanje wordt gehouden. Het zou wel echt een stunt zijn als ik me voor de tweede keer in mijn leven zou weten te kwalificeren voor een WK… Enfin, nu begin ik te dagdromen terwijl ik nog drie maanden moet trainen voor ik überhaupt een poging kan doen die eerste race uit te lopen.
Drie maanden om weinig tot geen alcohol te drinken (uitdaging), goed te eten (makkelijk, doe ik al) en veel te trainen (uitdaging, vergt discipline).
Maar laten we dit afspreken: eind juni 2024 zijn jij en ik superfit. Terugverlangen naar hoe het was, laten we achterwege. We kijken vooruit, we gaan sporten, we gaan goed eten en we houden elkaar op de hoogte van de vorderingen én tegenslagen. Jij werkt aan jezelf, denkt aan jezelf en zorgt goed voor jezelf. Eerst jij, dan de rest. DOEN UMAR! Stap voor stap, te beginnen met die sportlessen weer gaan volgen. Gewoon. Doen.
En om met je eigen woorden te eindigen: het kost tijd, kracht en doorzettingsvermogen, we komen vanzelf weer aan wal, maar alleen als we vooruit blijven kijken en niet achterom.
Date of arrival: 30 juni 2024.
Wij wensen jelui een sportief weekend! Tot volgende week!
Tjeerd & Ebru
Jullie kunnen het, juist omdat het niet eenvoudig is.
Gaat jullie lukken met een goed plan en haalbare doelen!